Wie heeft jouw rug? 

Lang had ik geen idee. En toen was er de trainer. Dichtbij, achter me. Geen woorden, alleen zijn aanwezigheid. Hij nodigde me uit om letterlijk tegen hem aan te leunen.
Het voelde raar, onbekend. Een diepe zucht, ik voelde rust.

Als leider ben je de visionair, initiator en crisismanager; degene waarop een team kan leunen.

Die sterk ontwikkelde eigenschappen ontstaan vaak uit uitdagingen uit het verleden. Het nest waar je uit komt. Hoe je bent gehecht, welke ervaringen en overtuigingen je gaandeweg hebt aangenomen.

Proactief oplossen, ondernemen en onafhankelijk leiden ging mij altijd goed af. Leunen op anderen is iets wat ik van huis uit niet meekreeg.

Thuis leerde ik verbinden op een functionele manier, cognitief. Om te overleven, zaken efficiënt te regelen.

Onbewust koos ik voor (werk)relaties en organisaties waar leunen geen vanzelfsprekendheid was; waar vooral behoefte was aan een katalysator. Een veilige keuze: het weerspiegelde wat ik vanuit mijn herkomst had geleerd en kon: de kar trekken, oplossen en dragen.

Toch voelde het diep van binnen onveilig. Want kunnen geven én ontvangen zijn beide essentieel voor effectief leiderschap. Het geeft ruimte voor wederkerigheid; dat wat nodig is om in verbinding te blijven en te voelen dat iemand je rug heeft.
Echt vertrouwen begint waar je durft te leunen.